Foto volgt, de batterij is plat
Ik maakte dus ajuinsoep. Voor de eerste keer in mijn leven, maar ineens had ik daar zo goesting in. Het zal wel te maken hebben met de plotse komst van de herfst.
Ajuinsoep maken is extreem gemakkelijk, en je hebt er bijna niets voor nodig.
Voor een schone pot vol soep neem je 5 grote ajuinen, die je in fijne schijfjes snijdt. Die stoof je aan in de pan tot ze mooi zacht en wat gekarameliseerd zijn. Doe er ook al maar wat zout en peper op. Dan doe je er een liter water bij, en een kippenbouillonblokje (zo keteltje bouillon is lekker). Of nog beter, je kan er ook zelfgemaakte kippenbouillon bij doen, maar zo huislijk ben ik meestal niet. Ten slotte een 'bouquet garni' (laurier, tijm en peterseliestelen samenbinden) in de pot, en een half uur laten pruttelen. Je kan dat gerust zo eten, maar ik haalde ongeveer de helft van de ajuinen eruit, mixte de soep, en deed dan de ajuinschijfjes er terug in. Zo is de soep wat dikker, en heb je toch nog de stukken ajuin, wat toch een beetje het hele punt is van een ajuinsoep. Niet vergeten bij te kruiden. In soep moet zout. Zout zeg ik u!
Een ander belangrijk punt bij ajuinsoep is een toast met kaas.
Je doet wat geraspte kaas op stokbrood of toast, en gratineer dat in de oven. De traditie gebiedt dat je dat brood op de soep legt, maar ik eet dat niet graag, wak geworden toast. Ik maakte minit-toastjes, om te vermijden dat ik die hele toast in de soep moest leggen, en daarna zonder brood zou overblijven. Dus na een eerste toastje in mijn soep te hebben gelegd voor de foto, heb ik die er gewoon schoon naast gelegd. Culinaire vrijheid enzo.